Het ontbijt is op de 14e verdieping, hoog boven het straatgewoel. De "China-group" heeft een apart deel van de eetzaal. Na een haastig maal: sightseeing. Pussy Cat wacht ons al op. Door de twee km. lange tunnel komen we in het eigenlijke Hongkong. Een tandradbaantje voert ons een eind Victoria Peak op, vanwaar een adembenemend uitzicht op de haven en Kowloon. Boten van allerlei formaat doorkruisen het water van de baai en laten lange witte strepen achter. Hier boven is het lekker koel, er staat een forse bries. De lucht ia grijs bewolkt, het schouwspel voor ons krijgt er iets geladens door.
Overigens blijken velen een heel verkeerde voorstelling van deze wereldstad te hebben, die ik me één bonk grijs beton voorstelde. Het tegendeel is waar. Omdat de stad tegen de tropisch groene bergen opgebouwd is, zijn hele groepen wolkenkrabbers omlijst door een weelderige vegetatie, een tropische overvloed van bomen. Vanuit het treintje zie je gewoon tropenbos en ik kon zelfs een prachtige tros bleekgele orchideeën onderscheiden. Natuurlijk waaiert overal de bamboe uit en alle planten die wij in Nederland zorgvuldig als kamerplant koesteren, staan hier in volle pracht buiten.
Langs de Peak road gaat het weer omlaag - prachtige vergezichten over het water - eilandjes en aan de horizon wazige heuvels. Volgende punt: Tiger Balm Gardens, zo genoemd naar een rijk geworden slimme chinees die met z'n Tigerbalm een middeltje tegen alle kwalen uitvond. Het is een soort Walt Disneyland, maar van een kitscherige kwaliteit. Ook de kraampjes met souvenirs en de vrouwtjes met koopwaar ontbreken niet. We krijgen 20 minuten tijd om rond te neuzen en we zijn blij als ze eindelijk om zijn.
Dan komt Repulse Bay, een schitterende baai waaraan indertijd het eerste hotel gebouwd. De zee zit vol haaien, maar op een afgeschermd gebied kun je toch zwemmen - helaas, geen tijd, water 20º). Aan de baai is ook een meer dan levensgroot beeld neergezet, de kolosserigheid en tierelantijnen van het altaar erachter doen pijn aan je ogen. Het zal wel een god zijn, die voor een goede visvangst, goed weer en/of veel winst moest zorgen, hier synoniem met een gelukkig leven. Een kakofonie van kleuren en lawaai. Maar één blik achterom brengt ons bij de vlakke grijze zee en de kalme branding. Dan terug naar de bus, we moeten weer verder. Onze Kathy is zeer efficiënt en plichtsgetrouw en drijft haar kudde voort.
Een echt chinees vissersdorp. Daar zullen we ook de lunch gebruiken. Aberdeen is overweldigend! Lawaaiig, kleurig, "geurend" naar vis en krioelend van leven. De donkere "Tanka" vissers leven hier, een heel oude groep, gespecialiseerd in de visvangst. Grote jonks, kleine sampans, heel vuil water, gemanoeuvreer met bootjes, netten en manden vol vis, een heel leven speelt zich hier op het water af. Het is hun tehuis.
Aan de overkant van de baai hoge gebouwen en daartussen de bekende kleine winkeltjes. Ook aan de kade heerst grote bedrijvigheid: karretjes worden af- en aangeduwd, bedelaars neuzelen hun simpel deuntje en houden je een bus voor, venters wedijveren om hun koopwaar aan de man te brengen.
Grote tonnen pasgevangen vis staan aan de waterkant te stinken. Op het plein rijden bussen met toeristen af en aan. Daar staat majestueus te pronken het Jumbo Floating Restaurant waar ook wij gaan lunchen. De buitenkant lijkt op een enorm kermispaviljoen, even schreeuwerig. Aan weerszijden van de ingang twee vervaarlijke draken en aan de binnenzijde van de brede deuren staan twee beeldige Chinese schonen in feeëriek avondtoilet. Ze heten de gasten welkom en doen niet anders dan de hele dag mooi te staan wezen. Maar eerst werd er voor dit restaurant nog een kleine komedie opgevoerd. De fotograaf die in onze bus meereed, spreidt een groot spandoek uit waarachter de hele kudde zich moet scharen voor de groepsfoto. Aardig idee.
Binnen worden we voor vol aangezien, geen vork en lepel naast het bord. Het eten is gevarieerd, smakelijk en niet vet. Kleine brokjes voedsel, berekend op de stokjes. Dan krijgt men nog een half uurtje de kans om foto's te maken. Langs die schilderachtige kade hoor je de toestellen knippen.
Instappen. De terugtocht leidt langs het Queen Mary Hospital, waar niemand naar toe wil omdat het tegenover het kerkhof ligt. De Universiteit, de binnenstad. Kathy legt alles piekfijn uit, maar het wordt een beetje irriterend om haar onophoudelijk te horen praten en ze houdt bovendien de microfoon te dichtbij, zodat haar stem nogal indringend overkomt. Ik besluit tenminste om geen twee dingen tegelijk te doen en bepaal me tot rondkijken. Genoeg te zien in de binnenstad, een baaierd van leven. Ik krijg het gevoel, alleen nog maar instaat te zijn "de accu met al die veelvuldige indrukken op te laden" zonder er zelf meer deel aan te hebben, om later dit alles langzaam en bij gedeelten te kunnen verwerken.
In het Ambassador Hotel even een herademing. Iemand brengt nog de moed op een kapot fototoestel weg te brengen en een pak te bestellen. Later slokt de stad ons natuurlijk toch weer op. "Verplichte souvenirs". Maar de ontelbare winkeltjes met z'n vele exotische attracties werken niet bepaald rustgevend. Het bezoek aan de kleermaker levert de bestelling op voor een 24-uur-service-pak. Onverwachte aspecten geeft het "verplicht" afdingen - zonder dat word je niet voor vol aangezien. We kochten gelakte vaasjes voor minder dan de helft van het bedongen bedrag. En begeleid door onze afdelings bediende in het hotel, doen we de rest van de inkopen. Hij gaf een massa goede raad, die ons als vanzelfsprekend bij een "oom" deed belanden waar hij ons van alles toebedacht had. Helaas voor ons geen kleren maar we kwamen er uit met een paar schilderijtjes en een aantal mooie op zijde geschilderde chinese prenten. Ver beneden de inkoopsprijs vanwege de speciale relatie, ja ja, dat zal wel...
Een van die belevenissen die levenslang in Je geest blijven voortleven als een gouden herinnering. We staan netjes voor het hotel te wachten. Onze reisleider kan ons niet wegbrengen, die heeft andere besognes, maar zorgt voor een plaatsvervanger, die ons naar de boot begeleidt. Toegangskaarten worden ons ter hand gesteld, we gaan aan boord en worden naar een keurig gedekte ronde tafel gebracht, gereserveerd voor 8 personen. De disgenoten zijn een australische familie waarmee we - voor zover het mogelijk was je met het enthousiaste lawaai van de band verstaanbaar te maken - de rest van de avond gezellig keuvelden en als we naar Australië gaan moeten we beslist aankomen.
De boot komt in beweging, en vanaf dat moment waren we in een soort sprookjeswereld rond. Duizenden lichtjes van Hongkong rondom ons, de verlichte sampans en plezierboten die als in een droom voorbij zweven; de gimlet vooraf, later een rondje witte wijn. De onwerkelijke sfeer, alles werkt mee voor een geestelijke bedwelming.
Vrolijke muziek, rondom al die lichtjes, steeds wisselend weerkaatst in het water, het chinees eten, schotels vol verrassingen, aangedragen door stille bediendes. Later zagen we onszelf op het voordek staan, de lichtjes kwamen ons tegemoet en de boot gleed geruisloos door het stille zwarte water op de aanlegsteiger af. Het sprookje was ten einde.
In het hotel wordt er nog even druk met de kleermaker onderhandeld, die na een telefoontje, om half 12 in de nacht, aan komt snellen voor de eerste passing. Moet je in Nederland om komen!
Het ontnuchterend kopje koffie daarna was zeker op zijn plaats, en om 1 uur zoeft de lift ons naar de achtste verdieping, waar we na een kleine vergadering over de plannen voor morgen, om half een eindelijk in bed liggen.
Updated 2006 April 3