Ochtendwandeling door het nog maagdelijke Kanton. Het is 6 uur en heerlijk fris buiten. We moeten in het park een kleine entree betalen en slenteren op ons gemak de paadjes af. Mooi is het, die tropische bomen, de vele bloemen en rustige vijvertjes. Overal mensen; ieder beoefent zijn eigen soort gymnastiek; meisjes maken hun polsen los, zwaaien met armen, mannen voeren een soort ballet uit, evenwichtsoefeningen lijken het, alles gaat ernstig en rustig, geen abrupte en stoere bewegingen zoals bij ons. Daarvoor is het klimaat hier ook minder geschikt.
In kleine groepjes wordt schaduw schermen beoefend, het lijkt net een verstild ballet,Onze groet wordt met een vriendelijke lach beantwoord. We gaan op een bankje zitten en kijken rond. Bewegende figuurtjes, die daarna hun tas pakken en kalm naar hun werk gaan. Geen harde geluiden of geschreeuw, niemand hoeft hier zijn overtollige energie kwijt.
Als we deze immense openlucht gymzaal uitkomen, staan we verbijsterd te kijken naar de enorme drommen fietsers. Heel Kanton gaat fietsend naar het werk, in eindeloze rijen, en op het kruispunt krioelt en zwenkt alles door elkaar. Geen wonder dat de volgestouwde vrachtwagens onophoudelijk moeten toeteren, het lawaai is niet van de lucht. Er zijn stoplichten, er staat ook ergens in het midden van het plein, verloren in het fietsgewriemel, een verkeersagent met een mooie rode stok; arme man, ga maar naar huis, niemand kijkt of luistert naar je!
Zo'n vijf minuten lang verzadigen we ons aan het kantonese ochtendverkeer, dan beginnen de magen te knorren. Terug naar het Tung Fang Hotel.
Wat een hotel trouwens. Negen Verdiepingen hoog, op elke verdieping zeker honderd kamers. Er zijn drie enorme vleugels, dus accommodatie voor 2700 mensen. Drie reusachtige eetzalen, waarin gezelligheid een onbekende factor is.
Alles is even nuchter, en overal die witte kleur. Een zee van ronde witte tafels, hoge ramen die uitzien op een binnenplaats, waar enorme stapels reserve servies is opgestapeld. Om een bordje zitten ze hier niet verlegen.
Bezichtiging van Kanton. Eerst het Museum. Op een hoog balkon krijgen we de gebruikelijke uitleg - met thee. Het voornaamste pik ik er van op: hier in Kanton werd Soen Yat-sen geboren, de grote oproerkraaier, die China in een democratische republiek veranderde.
We mogen vrijelijk rondlopen en alles bekijken. Veel heeft een revolutionaire inslag, want Kanton heeft een bewogen geschiedenis achter de rug. Ik geloof het verder wel, we zijn moe en warm en we zoeken een koel plekje onder de bomen op tot we weer verder moeten.
Een half uur de tijd. Het gaat voornamelijk om de panda's (symbool van WNF), die we na ietwat koortsig zoeken eindelijk vinden, net op tijd. Hij (of zij?) kuiert wat rond en wordt al gauw naar het binnenhok geleid. Weg Panda.
De dierentuin zelf is heel erg mooi met een parkachtige aanleg, schaduwrijke bamboelaantjes - maar ook veel warme zon. (30º). Je moest eigenlik wat meer tijd hebben om eens rustig rond te kijken. Een koel plekje aan de vijver, even maar, want we moeten onze weg naar buiten weer zoeken. Het Gaat allemaal veel te vlug.
Hierna komt de Vriendschapswinkel aan bod. Het is er ruim en keurig, maar niet erg opwindend. Iemand past een Mao pakje, maar zelfs de grootste maat zit hem armoedig. Nog even tijd voor een frisse dronk (nou ja, fris) en wegwezen weer. In het hotel komt meteen de lunch, en daarna moeten we wat bijkomen. Het is hier en vochtige warmte. Het maakt je lusteloos en verlangend naar een middagdutje.
Vanmiddag hebben we wel vrij daarvoor, maar ook die middag moet nuttig besteed worden, en zo wordt besloten dat we met z'n vieren de oude stad gaan bekijken. We zullen "even" een taxi nemen. Jawel, dat hadden we gedacht! Drie kwartier wachten en dan worden we er nog door een aardige engelse mijnheer tussen geschoven. Nog een mevrouw die ook de stad wil gaan verkennen, we nemen haar dus mee als 5e passagier en zitten als haringen in een ton en stuiven met een flink vaartje Kanton's binnenstad door.
Fietsers gaan op het laatste ogenblik pas opzij, menige auto wordt op een haar na ontweken. Op een plekje langs de Parelrivier laten we de taxi wachten (wat de bestuurder maar al te graag doet, en zo wordt ook onze taxi aan de roulatie onttrokken).
Volgt een onverwacht interessant uurtje, door alleen maar langs de kade te slenteren en rond te kijken. Er is zoveel te zien. Schooljongetjes zwemmen als vissen in het vieze bruine water, mannen zitten in de schaduw van brede Waringin bomen te kaarten.
Ergens is een klein jongetje bezig, onder leiding van een oudere man, op z'n handen te staan, wel tien minuten houdt hij dit vol (zeker een toekomstig straat acrobaat), en toen we eindelijk doorliepen, stond hij nog precies in dezelfde houding. Verderop is een oefenterrein voor militairen, die met handgranaten leren gooien. We passeren een enorme chrysantenkwekerij (mevr.v.D. zou het zo graag even van binnenuit fotograferen, maar het hek is hermetisch gesloten).
In een zijstraat met monumentale koopmanshuizen - vroeger voor europese handelslieden, nu kennelijk ingelijfd voor het volk - op een met bomen beschaduwd middenpleintje, zitten op heel kleine stoeltjes een aantal chinese kleutertjes heel zoet naast elkaar, en ze bekijken ons verbaasd met hun zwarte oogjes. Onze cineast komt meteen in actie en dit evenement zet zich als een golf voort over alle bij het schooltje betrokkenen.
Iedereen komt kijken. Iemand van onze groep deelt snoepjes uit, de "juffrouw" komt erbij en we slagen er tenslotte in om hen duidelijk te maken (er komt ook een "engelssprekend" meisje aan te pas dat we de foto's willen opsturen. Maar het adres??? Een foto van de straatnaam en van de naam van de kleuterschool, op het hek gegrift, is de uitkomst. De zijsteegjes geven een armoedige indruk. Vriendelijke gezichten, nieuwsgierig maar nooit opdringerig. Jongetjes op de rug van hun moeder, met blote billetjes onder het van achteren open broeksspleetje (heel praktisch). We kunnen er niet genoeg van krijgen, links en rechts klikken de camera's.
De taxi staat op ons te wachten en via kleine binnenstraatjes gaan we hotelwaarts. Maar onze chauffeur speelt zelf voor gids en leidt ons langs het "Nat.lnstitute of the Peasant Movement", en ook krijgen we van hem de gelegenheid om - beter dan vanmorgen het gedenkteken voor de 72 martelaren te zien. Men heeft in Kanton veel om te herdenken, veel om trots op te zijn.
Maar het is nu echt tijd om naar ons hotel te komen. Die hele rit van meer dan 2 uur lang kost ons niet meer dan elf yuan = f 15.-.
Meteen door naar de eetzaal. Het eten smaakt niet erg, hoewel ik toch wel honger heb.Om 7 uur gaan we alweer naar het "Pretpark". Soms blijf je liever thuis, maar dan je weet nooit wat je mist. (in dit geval zou dat trouwens niet veel geweest zijn). Alleen de ontzaglijke mensenmenigte en de "volkse operette" met zang en dans zijn de moeite waard om te zien. Van die operette snappen we natuurlijk niets en het is nogal statisch en langdradig, we slenteren dus verder, komen in een soort aquarium terecht met opgezette en voorwereldlijke waterdieren, maar dan hebben we er eigenlijk genoeg van en zoeken onze bus weer op.
Bij het vertrek ontbreken nog twee heren, ze zijn spoorloos verdwenen. Na 10 minuten vergeefs wachten vertrekt de bus. "Die komen wel op hun pootjes terecht" is het oordeel, en ja hoor, 's avonds zien we ze welgemoed in de tuin terug. Ze waren het pretpark zat en zijn lopend terug gegaan naar het hotel.
In de bus probeer ik iets te zien te krijgen van de kleine behuizinkjes boven de winkels. Drie of vier verdiepingen hoog zijn kleine balkonnetjes volgestouwd met huisraad e.d. De kamertjes zijn karig verlicht, wanden vol platen, flikkerende lampenpitjes, schemerig, armoedig. Maar ook vermoed ik een sfeer van saamhorigheid en familiebanden.
Updated 2006 April 3